In de paardenwereld ligt de laatste jaren, met name in de recreatieve paardenhouderij, de focus sterk op suikerarm voeren. Begrijpelijk, gezien de toename van stofwisselingsproblemen zoals EMS, PPID en hoefbevangenheid. Maar er is een belangrijk neveneffect: veel hooi dat laag is in suikers is ook arm aan eiwitten*. En dat heeft gevolgen voor de gezondheid, het gedrag en de vitaliteit van het paard.
In dit artikel kijken we naar eiwitten vanuit een orthomoleculair perspectief. Ik neem hier en daar ook inzichten uit de Traditionele Chinese Geneeskunde (TCM) | Acupressuur mee.
Je leest onder andere:
- Wat eiwitten zijn, hoe ze werken en waarom kwaliteit naast kwantiteit belangrijk is
- Hoe een tekort eruitziet – fysiek én gedragsmatig
- Welke organen betrokken zijn bij eiwitstofwisseling (zowel westers als volgens TCM)
- Natuurlijke, goed opneembare bronnen van eiwit voor paarden
- Praktische combinaties en tips voor meer vitaliteit via voeding
- Hoe leefstijl, stress, beweging en darmgezondheid invloed hebben op eiwitopname
*Hooi met een laag suikergehalte wordt vaak geoogst in een later stadium van volwassenheid, wat resulteert in een hoger vezelgehalte en een lager eiwitgehalte. Dit komt doordat naarmate gras ouder wordt, het meer structurele koolhydraten ontwikkelt en het eiwitgehalte afneemt. Ook de weersomstandigheden bepalen hoeveel eiwit er in het hooi zit.
Macro- en micronutriënten
Voeding kun je onderverdelen in macronutriënten en micronutriënten.
Macronutriënten zijn de voedingsstoffen die in grotere hoeveelheden nodig zijn en die energie en bouwstoffen leveren. Bij paarden omvatten deze:
- Koolhydraten – de belangrijkste energiebron. In natuurlijke voeding vooral in de vorm van vezelrijke structuren zoals cellulose uit hooi en gras.
- Eiwitten – essentieel voor spieropbouw, celvernieuwing en enzymatische processen (enzymen zijn een soort katalysators die processen versnellen). Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit: het aminozuurprofiel moet aansluiten bij de behoefte van het paard.
- Vetten – leveren geconcentreerde energie en ondersteunen de opname van vetoplosbare vitaminen (A, D, E en K).
- Water – vaak vergeten, maar absoluut essentieel. Een paard drinkt gemiddeld 20–40 liter per dag, afhankelijk van temperatuur, inspanning en voeding.
Micronutriënten zijn in kleinere hoeveelheden nodig, maar zijn onmisbaar voor stofwisselingsprocessen, hormonale balans, enzymfuncties en het immuunsysteem. We bedoelen met micronutriënten:
- Vitaminen
- Mineralen (bijvoorbeeld calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium)
- Spoorelementen (mineralen die in nog kleinere hoeveelheden benodigd zijn, zoals selenium, koper, mangaan, ijzer, jodium).
- Fytonutriënten – bioactieve stoffen uit planten; Ze hebben vaak anti-oxidatieve, ontstekingsremmende, hormoonregulerende of immuunversterkende Denk aan flavonoïden (bijvoorbeeld in bessen en appels), carotenoïden (bijvoorbeeld in wortels en zoete aardappel), lignanen (bijvoorbeeld in lijnzaad en volkoren granen)
Wat zijn eiwitten en waarom zijn ze essentieel voor paarden?
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren: de bouwstenen van het leven. Voor paarden zijn ze onmisbaar voor:
- Spieropbouw en -herstel
- Aanmaak van enzymen, hormonen en immuunstoffen
- Gezonde huid, hoeven, bindweefsel
- Detoxificatie, met name via de lever
- Gedrag en mentale balans (via neurotransmitters)
Een tekort aan hoogwaardige eiwitten kan zich uiten in spierafname, een doffe vacht, gedragsproblemen, verminderde weerstand en trage wondgenezing. Ook zie je vaak veranderingen in vachtstructuur, verminderde hoefgroei en vermoeidheid.
Maar je kunt je voorstellen dat als je de gevolgen van het eiwittekort gaat zien of merken, het paard dan al een tijdje een tekort heeft. De klachten voorafgaand kunnen veel vager zijn.
Even een uitstapje: hoe eiwitten de leverfunctie ondersteunen
Wat doet de lever precies?
- Ontgifting: Maakt afvalstoffen onschadelijk.
- Spijsvertering: Maakt gal aan om vetten te verteren. Goed om te weten: een paard heeft geen galblaas voor de opslag van gal.
- Opslag: Slaat suikers, vitamines en mineralen op.
- Aanmaak: Produceert eiwitten, cholesterol en energie.
- Bloedsuikerregeling: Houdt de bloedsuikerspiegel in balans.
Eigenlijk is het als volgt: De lever verwerkt alles wat het paard eet: Zet suikers om en bewaart energie | Bouwt eiwitten en verwijdert afval | Maakt vetten bruikbaar of slaat ze op | Slaat vitamines en mineralen op
Vaak wordt bij eiwit alleen gedacht aan spieropbouw. Maar eiwit heeft ook een relatie met de lever. De lever heeft eiwitten nodig en eiwitten hebben de lever nodig.
4 manieren waarop de lever eiwitten nodig heeft en vice versa
- Aminozuren voor leverstofwisseling
- De lever verwerkt aminozuren tot: enzymen (voor detox en spijsvertering), plasmaproteïnen (zoals albumine en globulines) en bepaalde hormonen (o.a. insulineachtige groeifactoren)
- De lever zet overtollige aminozuren om in energie of vetten, en verwijdert de stikstof via de ureumcyclus (via de nieren naar de blaas om te worden uitgescheiden als urine).
- Detoxificatieprocessen zijn eiwitafhankelijk
Elke dag komen er gifstoffen in het lichaam van het paard – via voeding, lucht, medicijnen of de eigen stofwisseling. De lever zorgt ervoor dat die gifstoffen onschadelijk worden en je lichaam verlaten.
Maar dat gebeurt niet in één keer. De lever doet dit in 2 stappen (fasen).
Waarom 2 fasen?
Sommige gifstoffen zijn niet wateroplosbaar. Dat betekent: ze kunnen niet zomaar uit je lichaam via urine of ontlasting. Daarom moet de lever ze eerst bewerken (fase 1), en daarna veilig maken (fase 2).
Fase 1 en fase 2 leverdetoxificatie hebben aminozuren nodig:
- Fase 1:
De lever herkent en bewerkt gifstoffen zodat ze klaar zijn om afgevoerd te worden. Dit gebeurt met enzymen die eiwitten nodig hebben. - Fase 2:
De lever plakt aminozuren (zoals glycine, taurine en cysteïne) aan die gifstoffen, zodat ze veilig en oplosbaar worden. Daarna verlaten ze het lichaam via urine of ontlasting.
- Synthese van antioxidanten
De lever maakt glutathion aan (sterke antioxidant) uit glutamaat, cysteïne en glycine (dit zijn aminozuren). Een tekort aan deze aminozuren door lage eiwitinname beperkt de antioxidantcapaciteit en dat betekent dat je een verhoogde oxidatieve stress in het lichaam krijgt (een onderwerp om later nog eens uit te leggen).
- Eiwitten reguleren bloedsuiker via gluconeogenese
Bij onvoldoende glucose gebruikt de lever aminozuren voor gluconeogenese (omzetting naar glucose). Dit helpt bij het stabiel houden van het energieniveau, vooral bij arbeid.
Je ziet dus dat de lever en eiwitten elkaar nodig hebben!
Hoeveel eiwit heeft een paard nodig?
De behoefte aan eiwit varieert. Zie voor een mooi overzicht deze pagina van voervergelijk: https://www.voervergelijk.nl/informatie/93/rantsoenen/behoefte-energieeiwit
Weet dat er verschil in behoefte is tussen een paard dat niks doet en een paard waarmee fanatiek wordt gewerkt. Drachtige merries of merries die een veulen moeten voeden hebben een verhoogde behoefte en jonge paarden (van veulen tot 3 jaar) hebben naar verhouding de hoogste behoefte aan eiwit.
Maar let op: Niet alleen de hoeveelheid, maar vooral de kwaliteit van het eiwit telt.
Dat betekent dat je altijd moet kijken of het voer alle essentiële aminozuren bevat die ook goed verteerbaar in de dunne darm?
En hier noemen we iets belangrijks! Verteerbaar eiwit! De kwaliteit van eiwit wordt dus niet alleen bepaald door hoeveel eiwit het hooi bevat, maar ook door hoeveel daarvan verteerbaar is in de dunne darm.
Of de eiwit verteerbaar is hangt af van een aantal factoren:
- De kwaliteit en structuur van het voer.
- De biologische beschikbaarheid van de aminozuren: Hoeveel van een voedingsstof (zoals eiwit of een aminozuur) het lichaam écht kan gebruiken. Dus: het gaat niet alleen om wat er in het voer zit, maar vooral om wat er uiteindelijk wordt opgenomen in het bloed en door het lichaam wordt ingezet voor spieropbouw, herstel, detox of energie.
- De verteringscapaciteit van het paard, maag/darmgezondheid en stressniveau.
Voorbeeld
Stel je hebt twee soorten hooi:
Hooi A bevat 9% eiwit, maar dat eiwit zit grotendeels in taaie stengels die moeilijk verteerbaar zijn
Hooi B bevat 7,5% eiwit, maar het eiwit is goed verteerbaar en makkelijk opneembaar
Ondanks lager percentage heeft Hooi B meer biologische beschikbaarheid: het paard kan er dus meer mee.
Essentiële aminozuren voor paarden
Een paard (en ieder zoogdier) kan zelf lichaamseiwitten aanmaken – maar alleen als alle benodigde aminozuren beschikbaar zijn. Het lichaam maakt daarbij gebruik van een soort ‘legodoos': het zet beschikbare aminozuren samen tot functionele eiwitten, zoals:
- Spiereiwitten
- Enzymen
- Antilichamen
- Hormonen (zoals insuline)
- Transporteiwitten
Maar: één ontbrekend aminozuur = geen complete eiwitvorming op dat moment. Dat is waarom de balans van aminozuren zo essentieel is, en waarom een tekort aan zelfs één van hen (zoals lysine of methionine) gevolgen heeft voor gezondheid en prestaties.
Paarden kunnen sommige aminozuren niet zelf aanmaken. Deze moet een paar dus via de voeding binnen krijgen.
Essentieel Aminozuur | Functie | Opmerkingen |
---|---|---|
Lysine | Spiergroei, botontwikkeling | Lysine is vaak het eerste aminozuur waarvan een tekort is, vooral bij eenzijdige of eiwitarme voeding. Zit in luzerne, esparcette, spirulina |
Methionine | Hoefgezondheid, leverfunctie, detoxificatie | Voorcursor van cysteïne. Zit in lijnzaad, hennepzaad, chlorella |
Threonine | Darm- en immuunfunctie, slijmvlies opbouw | Belangrijk bij verteringsproblemen. Zit in gekiemde zaden, spirulina |
Tryptofaan | Voorloper serotonine, gedrag, rust | Kalmerend, invloed op stemming. Zit in pompoenpitten, spirulina, hennepzaad |
Leucine, Isoleucine, Valine | Spierherstel (BCAA’s) | BCAA’s, belangrijk bij training. Zit in spirulina |
Phenylalanine | Voorloper dopamine/noradrenaline | Gedrag, alertheid. Zit in chlorella, pompoenpitten |
Histidine | Zuur-base balans, zuurstoftransport | Vooral bij jonge dieren belangrijk voor groei. Zit in brandnetelblad |
Arginine (semi-essentieel) | Immuunfunctie, bloedvatverwijding, wondherstel | Semi-essentieel: verhoogde behoefte bij stress, groei of herstel. Zit in hennepzaad, pompoenpitten en lijnzaad |
Een voorbeeld van de ‘legoblokjes’: Om collageen aan te kunnen maken (belangrijk voor bindweefsel) zijn onder andere lycine, glycine, proline belangrijk (samen met vitamine C, zink en koper). Ontbreekt één bouwsteen, dan stokt de productie. Met gevolgen voor pezen en ligamenten, kraakbeen, botten en hoefstructuur en huid, bloedvaten en organen.
Mini-checklist: Herken een mogelijk eiwittekort bij je paard
Fysieke signalen
- ☐ Spierafname, ondanks voldoende beweging
- ☐ Slecht herstel na training of inspanning
- ☐ Trage wondgenezing
- ☐ Slechte hoefkwaliteit (brokkelhoeven, langzame groei)
- ☐ Doffe, bleke of ruwe vacht
- ☐ Vermoeidheid, snel uitgeput
- ☐ Verminderde weerstand (vaak snotteren, sneller ziek)
Gedragsmatige signalen
- ☐ Overreactief of juist lusteloos
- ☐ Verminderde stressbestendigheid
- ☐ Angstigheid of paniekerig gedrag
- ☐ Slechte focus of concentratieverlies
Signalen die kunnen duiden op minder goede vertering/opname van eiwitten
- ☐ Regelmatig (lichte) diarree of wisselende mest
- ☐ Slechte opname van andere voedingsstoffen (tekorten)
- ☐ Lijkt veel te eten maar komt niet aan
- ☐ Koude oren of extremiteiten
- ☐ Slechte bespiering ondanks eiwitrijk rantsoen
Welke paarden hebben eerder een eiwittekort of een hogere behoefte aan eiwit?
- ☐ Oudere paarden (verminderde opnamecapaciteit)
- ☐ Herstellende paarden (na blessure, ziekte of operatie)
- ☐ Paarden op suikerarm maar ook eiwitarm rantsoen
- ☐ Drachtige of lacterende merries
- ☐ Paarden in de groei
- ☐ Paarden met veel stress of onrust
Vanuit de TCM kunnen we dan ook nog kijken naar het ‘karakter’ van de pols, het uiterlijk van de tong, en het aftasten van een aantal acupressuurpunten op de blaasmeridiaan om te kijken welke organen mogelijk ondersteuning nodig hebben.
Let op: bij nierproblemen kan een teveel aan eiwit belastend zijn!
Fysiologie en TCM: de orgaansystemen die eiwitopname bepalen
Zoals gezegd bepaalt niet alleen het gehalte eiwit in het voer of een paard genoeg eiwit binnen krijgt. Ook de organen van het paard zijn betrokken bij de opname van het eiwit in het paardenlijf. Dus de organen zijn ook belangrijk bij de vertering van eiwit en dus belangrijk voor hoeveel het paard daadwerkelijk opneemt en verwerkt. We bespraken eerder al even de lever.
Nu ga ik het nog wat ingewikkelder maken, want ik ga nu ook de kijk vanuit de Chinese geneeskunde (TCM, Traditional Chinese Medicin) meenemen. En zo kan acupressuur invloed uitoefenen op de opname van voedingsstoffen in het lichaam.
Systeem | Orgaan | Fysiologisch (Westers) | TCM |
---|---|---|
Milt | Hoewel de fysieke milt in de westerse geneeskunde geen grote rol speelt in eiwitvertering, vertegenwoordigt de TCM-Milt het spijsverteringsvermogen als geheel. De fysiologische tegenhanger zou eerder het pancreas/darmstelsel zijn. | Milt (TCM) transformeert en transporteert voeding; verstoorde Milt = slechte opname. NB: De TCM-Milt is niet het fysieke orgaan, maar een systeem van spijsvertering en voedingsopname. Bij Milt-Qi deficiëntie zie je slechte spierspanning, diarree, slappe buik, vermoeidheid na eten. |
Darmen, met name Dunne Darm | Enzymatische vertering van eiwitten (trypsine, peptidasen), in de dunne darm vindt de opname van de aminozuren plaats. Een gezonde darmflora is essentieel voor een goede opname; een verstoorde microbiota (bijv. door antibiotica, stress, verkeerde voeding) belemmert dit proces. Je ziet dan zachte mest, wisselende ontlasting, krampen, winderigheid, spierafname, gedragsveranderingen. Bij lekkende darm (leaky gut) komen deels verteerde eiwitten of toxines in de bloedbaan, wat kan leiden tot immunologische reacties (allergie, huidklachten). | De dunne darm heeft in TCM als functie het scheiden van het heldere en het troebele (dat wil zeggen: bruikbare voedingsstoffen vs. afvalstoffen). Werkt nauw samen met de Milt en met de Nier. Wanneer de darmen overbelast raken (bijv. door granen, gluten, onverteerd voedsel), ontstaat interne Damp of Darmhitte, wat het verteringsproces verstoort. |
Lever | Omzetting aminozuren naar energie, glucose, neurotransmitters. Bij leverbelasting of stagnatie kan het paard prikkelbaar, depressief of sloom zijn – ondanks voldoende eiwitopname. Aminozuren zoals tryptofaan (→ serotonine) en fenylalanine (→ dopamine) worden in de lever omgezet. De lever filtert ook afvalstoffen. Bij verminderde omzetting van aminozuren zie je gedragssymptomen ondanks voldoende voer. Prikkelbaarheid, frustratie, hormonale onbalans, pijn bij bewegen en slechte afvoer van afvalstoffen (vermoeidheid, huidproblemen). | De Lever zorgt voor de vrije stroom van Qi, wat essentieel is voor een goede spijsvertering, stofwisseling en mentale balans. De Lever slaat Bloed (niet leterlijk het bloed dat we in de Westerse geneeskunde kennen) op en speelt een rol in emotionele regulatie. Bij Lever-Qi stagnatie ontstaat frustratie, prikkelbaarheid, onrust, hormonale disbalans of spierverhardingen. De omzetting van voedingsstoffen (ook aminozuren) kan geblokkeerd raken bij hitte, stagnatie of toxische belasting. |
Nier | Verwerking stikstofafbraak (ureum), zuur-base balans bij aminozuurafbraak. Bij disbalans zie je spierverlies ondanks goede voeding, traag herstel na ziekte of training, doffe vacht, verlies van vitaliteit, angstig gedrag of mentale vermoeidheid. | De Nier Jing is de diepste bron van vitale energie en bepaalt de basis voor groei, herstel en eiwitgebruik. De Nier ondersteunt de Maag en de Milt. Bij oudere paarden of dieren zie je vaker een zwakke Nier-energie. Nier-Yang verwarmt het spijsverteringsvuur, Nier-Yin voedt en bevochtigt weefsels. Bij Nierdeficiëntie (Yin of Yang) zie je zwakke botten, spierverlies, doffe vacht, lage vitaliteit, trage wondgenezing. |
Maag | In de maag begint de vertering van eiwitten door de afgifte van maagzuur (HCl) en het enzym pepsine. Pepsine knipt eiwitten in kleinere peptiden → deze worden in de dunne darm verder afgebroken tot aminozuren. Goed functionerende maagzuurproductie is essentieel, niet alleen voor eiwitvertering, maar ook voor het doden van pathogenen in voeding. Te weinig maagzuur (hypochloorhydrie), vaak door stress, ouderdom of verkeerde voeding (krachtvoer, bufferende middelen), leidt tot slechte eiwitvertering → verminderde opname, gasvorming, overbelasting van de dunne darm. | In de TCM is de maag 'Kookvat' dat voeding 'verwarmt' en 'rijpt'; cruciaal voor juiste verteringsefficiëntie. Werkt nauw samen met de Milt. De Maag is afhankelijk van voldoende Maag-Yang (spijsverteringsvuur) om voedsel te transformeren. Bij Maag-Yang-deficiëntie (kou in de Maag) is de vertering traag en zie je vaak een opgeblazen buik. Bij Maag-Hitte (overbelasting, stress, verkeerde voeding) zie je klachten als prikkelbaarheid, maagzweren, of ‘rebellerende Qi’ (zoals boeren (ja zelfs bij paarden), overal aan likken, of koliek-achtig gedrag). |
Nog even een extraatje: hoe stress invloed heeft op de eiwitopname
Stress activeert de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as). Dat geeft een toename van cortisol, adrenaline en noradrenaline.
Gevolgen voor eiwitvertering:
Verminderde maagzuurproductie
- Cortisol remt maagzuurproductie (HCl), wat de activering van pepsine belemmert → eiwitten worden niet goed gesplitst.
- Slecht verteerde eiwitten bereiken de dunne darm, waar de opname dan niet optimaal is.
Verstoorde darmbeweging en -flora
- Stress versnelt óf vertraagt de darmperistaltiek → onvolledige vertering en absorptie.
- Leidt tot dysbiose (verstoring darmflora) → minder enzymproductie, leaky-gut, ontstekingen.
- Leaky gut kan leiden tot immuunreacties op onvolledig afgebroken eiwitten.
Verhoogde spiereiwitafbraak (katabolisme)
- Cortisol stimuleert afbraak van spierweefsel om aminozuren vrij te maken voor gluconeogenese (glucose-productie).
- Je krijgt dus een verlies aan eiwitten ondanks voldoende opname → spierafbraak bij langdurige stress.
Slechte doorbloeding spijsvertering
- Bij stress wordt bloed weggeleid van het spijsverteringskanaal naar spieren en hersenen.
- Hierdoor daalt de enzymactiviteit en darmopnamecapaciteit.
Als we dan ook weer even kijken naar de kijk vanuit de TCM hierop:
Stress blokkeert de vrije stroom van Qi.
-
Bij acuut stress speelt vooral Lever-Qi stagnatie een hoofdrol.
-
Bij langdurige, chronische stress → uitputting van de Nierenergie (Jing, Yin of Yang)
Met als gevolg dus een verteringsstagnatie en verminderde opname van voeding
Natuurlijk aanvullen van eiwitten
Hoewel er natuurlijk veel eiwitsupplementen op de markt zijn, bestaan die vaak uit bronnen waarvan ik me afvraag of dat wel bij een paard past. Vanuit mijn orthomoleculaire kijk, ga ik altijd uit van waar het paard voor gemaakt is. Een paard is evolutionair gemaakt voor een bepaalde manier van leven en eten. Bij voorkeur sluit je dan aan bij natuurlijke voeding die een paardenlichaam herkent.
Voedingsbron | Eiwitgehalte | Kenmerken |
---|---|---|
Hennepzaad | 30-35% | Volledig aminozuurprofiel, goed opneembaar, rijk aan omega's en vezels. methionine, cysteïne, arginine |
Luzerne | 16-20% | Rijk aan lysine en methionine, structuurvoer, stimuleert speekselproductie |
Esparcette | 15-17% | Lysine en proline, Bitterstofrijk, darmondersteunend, immuunversterkend |
Lijnzaad | 18-25% | Rijk aan methionine, glycine, omega-3, goed voor huid en bindweefsel |
Pompoenpitten | ±30% | Rijk aan tryptofaan, magnesium en zink, rustgevend en spierondersteunend |
Spirulina | 60-70% | Complete bron, tryptofaan, glutamine, leucine, rijk aan antioxidanten, chlorofyl en B-vitamines |
Chlorella | 50-60% | Alanine, arginine, Ontgiftend, rijk aan nucleïnezuren, immuunstimulerend |
Gekiemde zaden | 15-20% | Lysine en threonine, Enzymrijk, licht verteerbaar, goed voor Milt Qi |
Brandnetelblad | 10-15% | Histidine, Bloedopbouwend, rijk aan ijzer, histidine en chlorofyl |
Hoewel sommige middelen een volledige bron van eiwit zijn, bevatten sommige dan toch minder van een bepaald aminozuur dan je zou willen. Het combineren van verschillende eiwitbronnen is dan het toverwoord.
Voorbeeld combinaties voor een compleet aminozuurprofiel
- Luzerne + Hennepzaad + Spirulina
Goed voor spierherstel, leverondersteuning en gedrag. Rijk aan lysine, tryptofaan en BCAA’s. - Esparcette + Lijnzaad + Pompoenpitten
Ondersteunt darmgezondheid, hoeven, bindweefsel en mentale rust. Rijk aan methionine, glycine, tryptofaan. - Hennepzaad + Gekiemde zaden + Brandnetelblad
Zacht voor Milt Qi, ideaal voor oudere of gevoelige paarden, of dieren met verzwakte spijsvertering.
Tips bij gebruik
- Wissel bronnen af, dat voorkomt tekorten en overbelasting!
- Introduceer geleidelijk
- Paarden met een Milt Qi deficientie (TCM), hebben baat bij licht verwarmde of gekiemde eiwitbronnen in plaats van rauw of koud.
- Kies zoveel mogelijk biologisch
Leefomstandigheden
Ook leefomstandigheden hebben invloed op de opname van eiwitten. Hierboven hebben we het al even gehad over stress.
Beweging & activiteit: Beweging stimuleert de doorbloeding van de spijsverteringsorganen, waardoor je een betere enzymactiviteit en darmperistaltiek hebt. Gebrek aan beweging kan een tragere vertering geven en dus een verhoogde kans op constipatie of een dysbiose in de darmflora.
Rust & slaap: Tijdens diepe rust en slaap vindt celherstel en eiwitsynthese plaats. Dat vergt even wat extra uitleg: Tijdens slaap wordt het immuunsysteem actief en gaat het zijn herstel-lijstje afwerken. Beschadigde cellen worden gerepareerd, spieren, huid, slijmvliezen, immuuncellen die belast zijn geraakt worden in deze fase hersteld. Hiervoor zijn bouwstoffen (waaronder dus aminozuren) nodig.
Ook belangrijk is dat het proces van nieuwe eiwitten aanmaken uit aminozuren (blokjes aan elkaar koppelen) vooral gebeurt in een para-sympathische status (rust status). Zie ook het eerdere stukje over stress.
Als extra wil ik hierbij nog vermelden dat voeding geven in een rustige omgeving (in parasympatische toestand) een betere vertering geeft. Voeding geven in stressvolle situaties (wanner het het sympatische zenuwstelsel actief is) en onderdrukt een optimale vertering.
Klimaat en temperatuur: Denk aan toch, licht, lucht, vocht, temperatuur. Koude kan de spijsvertering remmen, vooral bij jonge, oude of gevoelige dieren. Maar ook hitte kan de eetlust onderdrukken. Zorg dat een paard zich comfortabel voelt. Vanuit de TCM is dit een belangrijk thema. En er wordt dan via voeding op ingespeeld: verwarmende of verkoelende voeding. Een mooi onderwerp voor een andere keer.
Conclusie
Eiwitten zijn veel meer dan alleen 'spierstof'. Ze vormen de kern van herstel, vitaliteit, weerstand en gedrag. In een tijd waarin suikerarm voeren centraal staat, is het essentieel dat we aandacht hebben voor eiwitkwaliteit, -balans en goede opneembaarheid. Door gericht bronnen te combineren, ondersteun je het zelfherstellend vermogen van het paard.
Maar het gaat niet alleen om wat je voert. Het gaat ook om de gezondheid van de organen en de leefomstandigheden van het paard.
Merk je dat je paard tekenen vertoont van een eiwittekort, zoek het dan niet alleen maar in supplementen, maar kijk naar het geheel. Dit artikel kan je daarbij op weg helpen. Vraag vooral hulp van een specialist als je twijfelt of je het goed doet of als je ziet dat je paard klachten houdt.
M A R J O N
D I E R W A A R D I G
Stap | Actie |
---|---|
Stap 1 | Voer voldoende eiwitten van goede kwaliteit |
Stap 2 | Zorg dat de organen in goede conditie zijn zodat het lichaam de eiwitten ook goed kan opnemen |
Stap 3 | Faciliteer in optimale leefomstandigheden |

Reactie plaatsen
Reacties