Hoe de darmen invloed hebben op gedrag

Gepubliceerd op 27 januari 2024 om 13:17

Bespreking van een onderzoek; een wat langer artikel, maar de moeite waard!

De darm-hersen-as

Steeds meer komt er onderzoek naar de relatie tussen de darmen en de hersenen. De zogenaamde darm-hersen-as. Signalen tussen de darmen en de hersenen worden doorgegeven via bijvoorbeeld de nervus vagus (de 10e hersenzenuw) en neurotransmitters.

Zo worden er relaties gelegd tussen ADHD en de darmen, Parkinson en de darmen, schizofrenie en de darmen, depressie en de darmen, enz. Uit onderzoek blijkt ook dat de darmen invloed hebben op hoe doordacht we besluiten nemen en hoeveel risico’s we nemen.

Heb je er al eens over nagedacht dat die relatie er ook is bij onze dieren?

Bij gedragsproblemen wordt bij paarden en honden meestal gedacht aan een gedragstherapeut om het probleem te analyseren. Maar gedrag proberen te veranderen als jouw hersenen je iets anders opdragen is niet zo zinvol. Bij gedragsproblemen moet dus ook altijd naar voeding en stressfactoren worden gekeken. Want zowel voeding als stress beïnvloeden het darmmicrobioom, oftewel de hoeveelheid en variatie aan bacteriën in je darmen die ieder hun functie hebben.

Microbioom invloed op humeur en gedrag

Onze darmen worden bewoond door een ecologische gemeenschap van micro-organismen; de microbiota. De organismen in de darmen beïnvloeden via de relatie met de hersenen de geestelijke gezondheid, het humeur en het gedrag. Uit een review onderzoek (zie onderin) dat vorig jaar verscheen blijkt dat met name de variatie aan bacteriën invloed hebben op het gedrag.

Zoals te zien is bij mensen met psychische stoornissen, hebben dieren die abnormaal gedrag vertonen vaak meer pro-inflammatoire en melkzuurproducerende bacteriën en een vermindering van butyraatproducerende bacteriën. Uit de literatuur blijkt duidelijk dat er een verband bestaat tussen de diversiteit van de darmmicrobiota en gedrag bij verschillende soorten, waaronder varkens, honden en paarden.

Andere samenstelling van het microbioom bij bepaald gedrag

Stereotype gedrag zoals kribbebijten en ijsberen bij paarden en staartjagen, vliegen happen, licht en schaduw jagen bij honden wordt gezien als een reactie op de omgeving en verveling bijvoorbeeld. En uiteraard is dit ook van invloed. Uit onderzoek blijkt dat slechte voeding een andere belangrijke factor is bij dit gedrag.

Honden die gedragsproblemen vertoonden zoals agressie, verlatingsangst of fobieën hadden een andere soort combinatie bacteriën bij zich in de darmen dan honden die dit gedrag niet vertoonden.

Ook bij paarden zag je een vergelijkbaar beeld. Paarden die alert waren, stereotyp gedrag als weven en kribbebijten vertoonden, agressief bleken te zijn, hadden een andere samenstelling van het microbioom. De sterkste correlatie was te zien bij de paarden die stereotyp gedrag vertoonden.

Overigens hebben ook antibiotica op jonge leeftijd, het immuunsysteem van de moeder en omgeving (stress) invloed op de samenstelling van het microbioom.

Het geven van de goede bacteriën liet een verbetering van gedrag zien.

Maar hoe werkt dat dan?

Dat werkt op verschillende manieren. Via bijvoorbeeld de nervus vagus en neurotransmitters.

Bacteriën hebben invloed op de productie van neurotransmitters (snelle boodschapperstoffen). Sommige bacteriesoorten kunnen zelfs direct neurotransmitters produceren als serotonine en melatonine die belangrijk zijn voor stemming, spijsvertering en slaap. Maar ook dopamine (plezier, motivatie), acetylcholine en glutamaat (leren en geheugen), noradrenaline (alertheid, angst, woede, stress) en GABA (kalmerend) worden geproduceerd met behulp van darmbacteriën.

  • GABA geproduceerd door Lactobacillus en Bifidobacterium
  • Noradrenaline geproduceerd door Escherichia, Bacillus en Saccharomyces
  • Dopamine geproducteerd door Bacillus
  • Acetylcholine geproduceerd door Lactobacillus
  • Serotonine geproduceerd door Escherichia, Enterococcus, Candida en Streptococcus
  • Tryptofaan geproduceerd door Clostridium, Bacteroides , Escherichia, Burkholderia, Streptomyces, Pseudomonas en Bacillus

Hoewel uit de darmen afkomstige neurotransmitters zelf niet in staat zijn om naar de hersenen te reizen (de bloed-hersen-barrière te passeren), geven ze via de nervus vagus signalen naar de hersenen door. De bacteriën kunnen wel voorloperstoffen van neurotransmitters produceren, zoals fenylalanine, tyrosine en tryptofaan, die wel de bloed-hersen-barrière kunnen passeren en daar omgezet worden tot neurotransmitters.

Hersenen ook invloed op de werking van de darmen

Wanneer de darmmicrobiota niet in balans zijn (veel te veel van de ene bacteriestam bijvoorbeeld), kan dat leiden tot ontstekingen, waardoor een stressreactie in het systeem ontstaat. En zo’n stressreactie kan weer leiden tot angst, hyper gedrag of agressie. Bij stress wordt ook de HPA-as geactiveerd (de as die via de hypothalamus, hypofyse naar de bijnieren loopt en zo het signaal geeft voor het produceren van cortisol). En zo kunnen de hersenen de beweging van de darmen, afgifte van vocht en doorlaatbaarheid van stoffen beïnvloedden. En ook dat heeft dus weer invloed op de darmmicrobiota. En dan kom je in een vicieuze cirkel.

Die cirkel kun je doorbreken door aan de slag te gaan met de voeding en stressfactoren.

 

Vind je deze materie interessant? Lees dan het hele onderzoek: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC10177538/

 

Vind je Engels wat lastig om te lezen, haal de link dan door Google Translate en hij wordt netjes voor je vertaald naar het Nederlands.

 

M A R J O N

 

ps: ik kon geen goede rechtenvrije foto vinden van een paard dat agressie vertoont, dus ik heb Bing Image Creator wat laten maken

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.