De laatste maanden heb ik een cursus over Zoopharmacognosy gevolgd. Een ingewikkelde term voor wat eigenlijk staat voor ‘zelf weten – zelf kiezen’. Letterlijk: Zoo = Dieren, Pharmaco = Medicatie, Gnosy = weten
Het eerste deel van de cursus is nog niet klaar en in januari staat het vervolg gepland, maar wat heeft het mij alweer veel nieuwe inzichten opgeleverd.
Mijn orthomoleculaire opleidingen hebben me geschoold in werkingsmechanismen en het achterhalen van de oorzaak achter de klachten. Maar een dier kan niet praten. Het gebruik maken van zelfselectie door het dier is dan heel helpend.
In deze therapie maken we voornamelijk gebruik van essentiële oliën, aangevuld met kruiden of andersoortige supplementen.
Jouw dier kan dat ook!
“Maar mijn dier kan dat niet”, hoor ik mensen reageren. Ja, ook jouw dier kan dat. Er spelen namelijk meerdere mogelijke mechanismen een rol bij ‘zelfselectie/zelfgenezing’:
Het idee erachter is dat een dier iets lekker vindt als het dier de stof nodig heeft. Bijvoorbeeld: Als een dier een infectie heeft, vindt het antibacteriële planten lekkerder (smaak of reuk). Als het probleem dan opgelost is dan is er een feedback mechanisme dat ervoor zorgt dat de plant die producten dan niet meer kiest (de geur/smaak is weer veranderd). Denk bijvoorbeeld vrouwen die tijdens hun zwangerschap ineens zin hebben in bepaalde producten. In het lichaam worden er signalen (hormonen, neurotransmitters) afgegeven die ervoor zorgen dat je iets ineens heel lekker vindt. Het lerend vermogen kan een rol spelen. Als een dier buikpijn heeft en het eet een bepaalde plant en de buikpijn verdwijnt daarna snel, zal hij daarna wellicht ook kiezen voor deze plant bij buikpijn. Het dier heeft een bepaalde intuïtie vanuit evolutie (geërfde intelligentie/instinct)
Maar er zijn wel voorwaarden
Maar waarom komen er dan vergiftigingen bij dieren voor? Waarom overlijden honden bijvoorbeeld aan chocolade? Dat komt bijvoorbeeld omdat de reep chocolade ook andere ingrediënten bevat. Zoals suiker en bijvoorbeeld een vanille-smaak. Die ingrediënten maskeren de geur en smaak van de stof waar het om gaat: de chocolade (en de voor honden gevaarlijke theobromine die er in zit). Ook komt chocolade van origine uit het Amazone gebied, waar onze honden vanuit evolutie gezien geen voorouders hebben (geen geërfde intelligentie/instinct)
Bij deze therapie wordt dan ook gewerkt met essentiële oliën, pure supplementen en kruiden waarvan de werking op dieren helder is en die nog te herkennen zijn voor een dier. En uiteraard zijn er een aantal basisvoorwaarden als je met deze therapie werkt.
Laat het dier écht zelf kiezen
Over essentiële oliën en dieren is al best veel informatie te vinden. Maar zoopharmacognosy gaat echt uit van zelfselectie. Dat betekent dus dat je niet zomaar iets op je dier smeert en dat een dier dus altijd weg moet kunnen lopen van de olie. Je vindt online ook filmpjes van merken van essentiële olie, waar de hond ingesmeerd wordt met een olie die volgens de theorie bepaalde helpende eigenschappen heeft (bijvoorbeeld voor kalmering), maar dat heeft dus niks te maken met zoopharmacognosy en als de hond er niet zelf voor kiest zal het alleen maar stress veroorzaken.
Let ook op als je zelf oliën gebruikt in huis via een diffuser bijvoorbeeld: zorg altijd dat het dier in een andere ruimte kan gaan liggen en niet steeds de olie hoeft op te nemen als hij dat niet wil.
Mijn honden en paarden zijn natuurlijk al ‘proefkonijn’ geweest en het is mooi om te zien hoe ontspannen ze kunnen worden van essentiële oliën en welke keuzes voor supplementen/kruiden ze maken. De therapie kan heel zinvol zijn bij het behandelen van een aantal klachten. Denk daarbij aan stress, agressie, spijsverteringsklachten, infecties, nieren- en blaasproblemen, pijn, hormoonbalans, huidproblemen. Dat ga ik de komende tijd uitvinden.
Als je er vragen over hebt: ik hoor ze graag!
M A R J O N
Reactie plaatsen
Reacties