Wat de voeding van jouw kat en de woestijn met elkaar te maken hebben

Gepubliceerd op 8 maart 2023 om 18:13

Tot nu toe heb ik het vooral gehad over honden. Hoewel meerdere van de berichtjes die ik schrijf ook op katten van toepassing kunnen zijn.

Maar nu een bericht speciaal voor de katten-viervoeters.

Katachtigen zijn al miljoenen jaren oud

Als je eerder berichten van mij hebt gelezen, dan weet je dat ik uitga van ‘waar een dier voor ontworpen is’. Katachtigen zijn al miljoenen jaren op onze aarde. Ze zijn verdeeld in verschillende families. Zo worden panters weer in een andere familie ingedeeld dan onze huiskat. Maar ik ga het geschiedenislesje niet te lang houden. Onze huiskatten hebben hun oorsprong niet in Europa, maar in Azië en Afrika. Ze leefden vooral in de woestijn. Pas later gingen ze met de mens samenleven, zo’n 10.000 jaar geleden.

Eten uit de woestijn

Een katachtige heeft dus al veel langer zonder mens geleefd dan met. Op die tijd zijn ze aangepast. Dus wat at een kat in de woestijn: kleine knaagdieren, insecten, vogeltjes, slangetjes. In de woestijn was niet veel te drinken, dus ze haalden hun vocht uit de dieren die ze aten. Een muis bestaat bijvoorbeeld voor ongeveer 70% uit vocht.

De kat van nu lijkt nog heel erg op zijn voorouders. Dus als we het over voeding voor onze kat hebben, dan is vlees de meest optimale voeding. Dat kan in de vorm van rauw vlees (het best passend bij waar de kat voor gemaakt is) of door het geven van natvoer.

Vocht uit eten

Als een kat brokjes eet, dan moeten ze dus voldoende drinken. Maar helaas is hun dorst prikkel iets minder goed ontwikkelt doordat ze in de woestijn hun vocht halen uit wat ze eten (en niet uit drinken).

Een kat is niet gemaakt om koolhydraten te verteren

Een ander probleem met brokjes is dat brokjes vaak veel koolhydraten (zetmeel/granen) bevatten. En laat een kat daar nu net niet op gemaakt zijn. In de woestijn eet een kat maar een minimale hoeveelheid koolhydraten. Katten maken bijvoorbeeld ook niet het spijsverteringsenzym amylase aan om koolhydraten te verteren (wij mensen wel). Katten hebben ook geen smaakreceptoren voor zoete voeding, dus het is niet zo dat ze het heel graag eten. Ze zijn veel meer een liefhebben van eiwit en vet. En dat klopt ook als je kijkt naar waar de kat voor ‘ontworpen’ is. Een kat wordt van koolhydraten ook snel dik omdat ze het niet goed kunnen verwerken en het dus wordt omgezet in vet.

Verrijken van het voer van je kat

Dus ik raad bij het voeren van een kat rauw vlees of natvoer aan. Uiteraard zit daar ook veel kwaliteitsverschil in. Daar kom ik op een ander moment nog eens op terug. Vind je een overstap van brokjes naar vlees of natvoer nog lastig, verrijk dan de voeding van je kat met bijvoorbeeld eens een half rauw ei (geklutst), een stukje kippenlever (liefst biologisch), een stukje kip of konijn. En hoewel een kat dus van nature geen grote viseter is, kunnen een paar sardientjes (op waterbasis) af en toe ook een goede toevoeging zijn door de omega 3 vetzuren die het bevat. Of koop gewoon eens een paar blikjes natvoer en geef het de kat als tussendoortje. Katten mogen meerdere keren per dag een kleine maaltijd eten. In het wild eten ze wel tot 10 keer per dag een kleine prooi.

Een volgende keer kom ik ook nog terug op "waarom kattenvoer niet hetzelfde is als hondenvoer". Een kat heeft bijvoorbeeld een vele hogere behoefte aan eiwit en kan het aminozuur taurine bijvoorbeeld niet zelf aanmaken.

 

M A R J O N

Dierwaardig

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.